Altijd lekker en eigenlijk onmisbaar bij een Indische rijsttafel: Indische eitjes. Er bestaan dan ook vele recepten en volgens mij meer Indische recepten dan Indonesische. Met of zonder santen, pittig of juist niet, ingewikkeld of snel klaar. Hoe dan ook altijd lekker. Ik maakte ze deze keer met kwarteleitjes. Niet lekkerder, wel feestelijker en geschikt voor kleine eters. Twee halve kwarteleitjes op een Chinese lepel en je hebt een amuse.
Categorie archief: Recepten
Thit bo kho is een beroemd runderstoofpotje uit Vietnam, eerder kruidig & warm dan pittig. Bijzonder door het gebruik van steranijs en Thaise basilicum, al is het met normale basilicum of zelfs helemaal zonder basilicum ook al lekker. Het is gewoon weer eens wat anders dan een bœuf bourguignon of oma’s sudderlapjes, maar niet eens zo heel anders. Gewoon een lekker runderstoofpotje. In Vietnam, met zijn Franse invloeden eten ze het vaak met baguette, lekker soppend in de saus. Als ontbijt.
Zalm komt van nature niet voor in China, maar gelukkig is de Chinese keuken niet zo behoudend en Ken Hom (het recept komt uit zijn boek De Complete Chinese Keuken) is dat ook niet. Want vette zalm en gefermenteerde, zwarte boontjes, dat is een match made in heaven. Ik gebruik ietsiepietsie (je zou ook kunnen zeggen: belachelijk veel) meer groen dan Ken, gewoon omdat ik dat lekker vind. Vooral bij de hapjes gestoomde rijst die je tijdens het eten in de dressingachtige saus doopt. Om je vingers bij af te likken en daarom hier regelmatig op het menu.
Klik hier voor het recept…
Hoe heet het?
Laksa, curry laksa, curry mee, Singapore laksa, coconut curry noodle soup.
Wat is het?
Laksa is een klassieker uit de Nyonya Keuken, een mix van Chinese, Indonesische, Maleisische en Indiase smaken en gerechten, ontstaan in Maleisië en Singapore. Geliefd en verspreid over de hele wereld zijn er vele variaties, maar in de basis is het als volgt opgebouwd:
- de soep
op basis van laksa currypasta, water en kokosmelk. Meer is het niet, (meestal) geen bouillon. - de vulling
meestal vis (grote garnalen, visballetjes, fishcake, kokkels, mosselen etc), soms vlees (meestal kip, soms spek en in Penang bijvoorbeeld blokjes gestold varkensbloed), bijna altijd tofu puffs (of tofu in ander vorm) en vaak ook nog een hardgekookt eitje. - de groenten
vaak taugé, maar alles is mogelijk, een beetje paksoi, kousenband, peultjes, wat je maar lekker lijkt, maar niet teveel, het is geen groentensoep. - de noodles
vaak tarwenoedels (egg noodles) en rijstvermicelli tegelijk, maar een van de twee kan ook, of met alleen dikkere rijstnoedels, wat je wilt - de garnering
verse kruiden (het liefst Vietnamese koriander, ook bekend als “daun laksa”, maar bij gebrek daaraan is kemangi of koriander ook lekker), geroosterde chilipasta of sambal, gefrituurde uitjes, etc. Wat vissaus en limoensap voor de finishing touch kan ook geen kwaad.
Hoe te maken?
Het principe is redelijk simpel: warme noodles verdelen over soepkommen. Daarop jouw keuze aan (warme) groenten, daarop jouw keuze aan (warme) vis/vlees/tofu/ei, daarover de warme kokossoep en je maakt het af met wat verse kruiden en sambal naar smaak. De combinaties en variaties zijn praktisch onbeperkt. In Azië is dit fastfood, als je het thuis maakt gaat er (bij mij) nog aardig wat tijd in de mise-en-place zitten maar moeilijk is het niet. Het vreemde is dat verreweg de meeste recepten voor laksa uitgaan van een kant-en-klare currypasta en de weinige recepten voor zelfgemaakte laksa pasta verschillen onderling behoorlijk. Dit is er eentje: van Rick Stein.
Tips, weetjes & recepten
- Naast de “curry laksa” beschreven in deze post is er nog een tweede laksa-variant, namelijk de “asam laksa”. Een friszure vissoep op smaak gebracht met tamarinde en petis udang. Niet erg bekend in Nederland, maar (ooit) op nummer 7 in CNN’s Top 50 van Most Delicious Foods.
- Let op: in Indonesië kan laksa ook glasnoedel betekenen. Ze kennen ook wel laksa als soep, maar die is toch net weer anders dan de Singapore laksa waar we het in deze post over hebben.
Bij de toko koop verkopen ze frietsticks, dezelfde als in het chipsvak van de supermarkt, maar dan ongezouten. Het voordeel is dat je ze zelf kunt kruiden. Gewoon met Sichuan gunpowder, garam masala, kerriepoeder of een eigen kruidenmengsel. Maar het lekkerste is toch deze sambal goreng kering kentang! Spicy, sweet & sticky. En helemaal niet moeilijk te maken.
Soms maak ik een rondje rommelmarkt, hier om de hoek op het Heemraadsplein in Rotterdam en op een dag kwam ik daar zomaar een “sev pers” tegen. Niet dat ik meteen wist wat het was, maar het ding intrigeerde me en voor vijf euro kon ik het niet laten liggen. De verkoopster meende dat het iets met pepers malen te maken had, maar dat vond ik niet erg aannemelijk. Thuis kwam ik er al snel achter dat het persje bedoeld is om een Indiase snack mee te maken: de dunne sliertjes links op de foto noemt men sev, die dikke stervormige slierten rechts murukku of murukulu. Een redelijk stevig beslag, meestal op basis van kikkererwtenmeel met allerlei geurige specerijen wordt boven een pan hete olie in sliertjes geperst en een paar minuten later heb je je eigen, unieke zoutjes. Simpel, lekker en weer eens wat anders dan borrelnootjes en chips.
Deze frisse taugé salade kan tot een dag van tevoren klaargemaakt worden, de smaken trekken er dan lekker in. Lunchtdicht in de koelkast bewaren. Lekker bij gerechten met koud vlees of op een picknick of zo.
Overgiet wat taugé (300g of zo, het komt niet zo nauw) met kokend water, koel snel terug in ijskoud water, droog af en vermeng met de volgende ingrediënten:
1 el rijstazijn
2 el lichte sojasaus
2 tl sesamolie
1 tl suiker
4 el fijngehakte, verse koriander
2 fijngehakte lente-uitjes
1 chilipeper in kleine blokjes
1 el vissaus
1 el Sichuan chili olie (optioneel)
Mijn favoriete recept voor pak choi. Zo lekker dat we het niet vaak anders eten. Je kunt de pak choi heel laten, halveren, in lange repen snijden, grote of juist kleine stukken, stomen, koken, roerbakken of grillen, het blad apart bereiden van de stronken, het maakt allemaal niet zoveel uit. Wat het lekker maakt is de dressing van gember, knoflook, sojasaus en citroensap die je er daarna overheen giet. Je eet het warm of lauwwarm.
Lekker met witte rijst en Kip in Meesteraus of Chinees gestoomde vis.
Een van de vragen die ik regelmatig hoor is “wat is nou het beste recept voor babi pangang?”. Mijn antwoord is altijd “ik heb geen idee”. Ik waag me er gewoon niet aan. Ten eerste ben ik geen expert in gerechten van de afhaalchinees, ten tweede heeft iedereen zo zijn eigen voorkeuren. De een wil iets wat lijkt op wat zijn Chinees maakt, de ander juist niet. Los van die hele discussie kan ik zeggen: onderstaand recept voor babi pangang is gewoon erg lekker!
Lekker, makkelijk en goedkoop.
Zelf tofu maken is niet zo heel moeilijk, maar wel redelijk bewerkelijk en je hebt behoorlijk grote pannen nodig. Leuk om een keertje te doen, maar je kunt het net als kaas maken beter overlaten aan een meester. Zeker als je liever zachte tofu hebt dan stevige tahoe. Maar woon je ergens waar geen tofu te krijgen is, maar wel gedroogde sojabonen, dan is het zeker het overwegen waard om zelf aan de slag te gaan. Klik hier om verder te lezen….
Zelf tofu maken van gedroogde sojabonen is nogal bewerkelijk (zie de eerdere stap-voor-stap instructie) en bovendien valt het niet mee om een mooi, zacht resultaat te behalen. Als je dan toch zelf aan de slag wilt of als er in de buurt geen verse of silken tofu te krijgen is is deze tofu-kit misschien iets voor je. Simpeler kan bijna niet.
1. Los het gele sojamelkpoeder (grote zakje) op in 650ml water.
2. Breng al roerend aan de kook op hoog vuur
3. Laat 3 à 4 minuten nog steeds al roerend zachtjes sudderen
4. Haal van het vuur en roer het zakje coagulant/stremsel (kleine zakje) door de warme sojamelk
5. Giet in een opengeknipt leeg melkpak, puddingvorm of plastic bakje
6. Laat 20 minuten met rust zodat de melk stolt
7. Kieper de vorm voorzichtig om in een grote bak koud water
8. Ververs het water tot het blok tofu goed is afgekoeld.
9. Zet in koelkast of gebruik meteen.
Was het lekker? Niet zo. Een pakje pakje silken tofu van unicurd is lekkerder. De textuur was wel perfect.
Een specialiteit uit Java, maar geliefd in heel Indonesië en daarbuiten. Geroosterde stukjes geitenvlees, kort gemarineerd in ketjap en knoflook, geserveerd met een ketjap-saus. Beetje gefrituurde uitjes erover, paar blokjes lontong erbij, selamat makan!
Omdat ketjap hier de belangrijkste smaakmaker is geldt hoe lekkerder de ketjap, hoe lekkerder de saté kambing en de lekkerste ketjapsauzen zijn van ABC, Kaki Tiga of Bango. (klik voor een overzicht: hier) En omdat het vlees niet lang gemarineerd of gegaard wordt is het bovendien belangrijk vlees van een jong, mals geitje te gebruiken.
Een van mijn lievelingsgerechten in China was een simpele stirfry van verse bamboescheuten, een bord vol kleine trappetjes. Jammer genoeg zijn die verse bamboescheuten in Nederland bijna nooit verkrijgbaar. Bamboe uit blik of vacuumverpakking is niet zo lekker, die uit de diepvries is nog wel te doen, maar een echte traktatie maak je er niet mee. Totdat ik ontdekte dat verse, Hollandse asperges een goede vervanger zijn. Tenminste, in dit gerecht.
Hoe heet het?
Burmese tofu, Birmaanse tofu, kikkererwtentofu, gele linzen tofu, Myanmar tofu, yellow tofu, chickpea tofu, shan tofu, chana dal tofu.
Wat is het?
Burmese tofu is helemaal geen tofu maar een mengsel van kikkererwtenmeel, water, zout en kurkuma dat zachtjes wordt gekookt tot een dikke, vla-achtige pap, dan uitgestort in een bakblik en opgesteven in de koelkast. Je zou ook zelf kikkererwten kunnen weken en fijn kunnen malen, maar om dat echt fijn te krijgen lijkt me een hele klus. Burmese tofu smaakt een beetje als een mix tussen tofu en polenta, puddingzacht, hartig en weer eens wat anders.
Hoe gebruik je het?
Omdat het mengsel bij bereiding al doorgekookt is kun je het zo uit de koelkast, koud eten, precies zoals je ook koude (silken) tofu zou eten. Maar lekkerder is het even te frituren of met beleid (anders valt het uit elkaar) te bakken in een dun laagje olie. Daarna eten zoals je gefrituurde tofu zou eten: in een salade, een curry of met een sausje. Zelfgemaakte Burmese tofu kun je tot een week in de koelkast bewaren. Invriezen kan ook. De bevroren blokjes kun je zonder ontdooien zachtjes bakken.
Hoe maak je zelf Burmese tofu?
1 cup kikkererwtenmeel
3 cups water
1 tl zout
½ tl kurkuma
Kies een bakblik of rechthoekige bak en vet die in met een beetje olie.
Maak een papje van het kikkererwtenmeel, zout en kurkuma met 1 cup van het water. Voor een zijdenzacht resultaat passeer je dat 1 keer door een fijne zeef. Breng de andere 2 cups water aan de kook in een pannetje, giet het kikkererwtenmeelpapje erbij. Laat het nu zachtjes 5 minuten doorkoken terwijl je flink roert. Ik gebruik de mixer. Giet in je ingevette bakblik, laat afkoelen en zet daarna nog minstens uur in de koelkast. Duw de randen eerst een beetje los en stort dan voorzichtig uit op een snijplank.
Hoe maak je zelf gefermenteerde Burmese tofu?
Er is ook een iets ingewikkeldere, waarschijnlijk meer traditionele manier om Burmese tofu te maken. Daarvoor laat je het mengsel van water en kikkererwtenmeel eerst een nachtje fermenteren en gebruik je alleen het vocht en laat het bezinksel buiten beschouwing. Ik heb me er nog niet aan gewaagd, maar het lijkt me erg lekker en nog romiger. Het recept vind je hier: gefermenteerde kikkererwtentofu.
Mapo Tofu / 麻婆豆腐 is een van de bekendste gerechten uit Sichuan. Zo bekend dat veel Chinese restaurants in Nederland het zelfs op de kaart hebben staan. Alleen smaakt het daar vrijwel nooit zoals een echte mapo tofu hoort te smaken, namelijk scherp van de chilibonensaus, tongprikkelend van de sichuanpeper met puddingzachte, verse tofu en hartig, geruld gehakt. Met recht een klassieker en populair in de hele wereld.
Simpel, lekker bijgerecht (bachan) uit Korea. Gedroogde inktvis sliertjes worden simpelweg gemengd met een sausje op basis van Koreaanse chilipasta. Lekker met witte rijst, als bijgerecht bij een Koreaanse maaltijd of gewoon zo, met een koel glas bier.
Deze klassieker (yú xiāng qiézi / 鱼香茄子) uit de provincie Sichuan staat in ieder goed Chinees restaurant op de kaart, vaak in een rare vertaling met het woordje “vis” erin terwijl er bij de bereiding geen vis aan te pas komt. Oorspronkelijk werd de saus uit dit gerecht altijd geserveerd met vis totdat een restaurant het met aubergines ging serveren. En net zoals men in Brabant bij de Chinees “da vleeis me die rooi saus” bestelt, bestelt men in China nog steeds “die aubergines met die saus voor de vis”. De aubergines worden traditioneel eerst gefrituurd zodat ze fluweelzacht worden, maar zachtjes garen in de saus is ook al erg lekker. Het kan met of zonder vlees en met of zonder allerlei toevoegingen als paprika, ui, etc.
Klik hier voor het recept…
Hoe heet het?
Thaise groene curry (pasta), Thai green curry (paste), (khrueang) kaeng khiao wan / (naam prik) kaeng kheaw waan / แกงเขียวหวาน.
Zelf maken?
naar recept van Madhur Jaffrey
14 groene rawitpepertjes (of minder)
150g sjalot
5 teentjes knoflook
1 el zeer fijngehakte citroengras
3 schijfjes laos
rasp van 1 limoen
6-8 korianderwortels
versgemalen witte peper
1/2 tl trassi (of 2 ansjovisjes uit blik)
1 tl gemalen komijnzaad
1 tl gemalen korianderzaad
Als je het fijn gaat wrijven in een grote vijzel is het handig alles vast zo klein mogelijk te snijden. Ga je blenderen, dan kun je het wat grover laten. Voeg zo nodig een paar eetlepels water of olie toe en wiebel de blender ruw heen en weer tot “het pakt” en je een mooie, fijne currypasta draait. Met een keukenmachine lukt dat niet/moeilijk. De currypasta is een week, misschien wel twee weken te bewaren in de koelkast. Of vries ze in kleine porties in, steeds precies genoeg voor één gerecht.
Of toch liever kopen?
Wat is er te koop, welk merk is het lekkerst en hoe maak je groene curry?
Klik hier om verder te lezen…
Hoe heet het?
Thaise rode curry (pasta), Thai red curry (paste), (khrueang) kaeng phet / (naam prik) gaeng phed / แกงเผ็ด.
Zelf maken?
naar recept van Madhur Jaffrey
10-12 rode, gedroogde chilipepers
5 teentjes knoflook
150g rode ui of sjalot
1 stengel citroengras
6 schijfjes laos
zest van 1 limoen
6-8 korianderwortels
versgemalen witte peper
¼ tl trassi (of 2 ansjovisjes uit blik)
½ tl gemalen komijnzaad
½ tl gemalen korianderzaad
2 el helderrood paprikapoeder (optioneel)
Week de gedroogde chilipepers 1-2 uur in 5 eetlepels kokend water. Als je het fijn gaat wrijven in een grote vijzel is het handig alles vast zo klein mogelijk te snijden. Ga je blenderen, dan kun je het wat grover laten. Voeg zo nodig een paar eetlepels water of olie toe en wiebel de blender ruw heen en weer tot “het pakt” en je een mooie, fijne currypasta draait. Met een keukenmachine lukt dat niet/moeilijk. De currypasta is een week, misschien wel twee weken te bewaren in de koelkast. Of vries ze in kleine porties in, steeds precies genoeg voor één gerecht.
Of toch liever kopen?
Wat is er te koop, welk merk is het lekkerst en hoe maak je rode curry?
Klik hier om verder te lezen…