Hoe heet het?
Chinese kool, napa cabage, Brassica rapa subsp. pekinensis, dà báicài / 大白菜 (China), Hakusai / 白菜 (Japan), baechu / 배추 (Korea).
Wat is het?
Chinese kool is een langgerekte, cilindrische, compacte kool met brede, witte nerven en lichtgele tot lichtgroene gekreukelde bladeren. Absoluut basisvoedsel in China, Japan en Korea. In Nederland ook al jaren bekend en geliefd, Chinese kool smaakt namelijk niet zo heel erg naar kool, heeft een prettige, zachte smaak en een knapperige beet. Chinese kool zie je steeds vaker ook in allerlei varianten, gewoon klein en jong (baby napa) of als nieuwe variëteit, zoald hieronder de “Royal Cabbage”.
Hoe te gebruiken?
In smalle reepjes rauw door een salade of (kort) roerbakken. Lekker in de soep. Hele bladeren even blancheren, vullen en rolletjes van maken. In Korea maakt men er kimchi van, of gebruikt men het aan tafel als wrap voor bijvoorbeeld pittig gegrillde kip.
In de ijskast nog wel 2 weken of langer te bewaren. In Azië kwamen/komen ze er de winter mee door. Grote kuil graven in de binnentuin, Chinese kolen erin en men had de hele winter groente te eten.
Tips, weetjes & recepten
- Recept: zelf kimchi maken
of: Baechu Doenjang Guk (makkelijk Koreaanse soepje met Chinese kool). - Let op: in het engels kan men met de term “Chinese Cabbage” ook doelen op paksoi of choy sum. In feite zijn dat ook koolsoorten uit China natuurlijk, alleen een beetje onhandig om dat allemaal hetzelfde te noemen.
- In Noord-China wordt van deze kool Chinese zuurkool (suan cai) gemaakt. In het Zuiden doen ze dat van kai choi.