Hoe heet het?
Salak, slangenvrucht, slangenhuid fruit, Salacca zalacca / Salacca edulis (L.), snake fruit.
Wat is het?
De salak of slangenvrucht is een ± 8 cm lang, druppelvormig vruchtje met een harde, roodbruine, glanzende slangenleer-achtige schil. Binnenin zitten 2 tot 4 wit-gelige partjes met daarin een bruine, oneetbare pit. De salak groeit in trossen, onderin een onooglijk lelijke, doornige palmsoort (zie: foto). Oorspronkelijk in de moerassen van Maleisië, Sumatra en Java maar tegenwoordig ook elders. De salak partjes zijn crunchy en smaken friszuur, een beetje als zure ananas met een klein, gefermenteerd bijsmaakje. Bijzonder dus.
Hoe te gebruiken?
Om een beginnetje te maken breek je het puntje af, daarna pel je de leerachtige schil er makkelijk vanaf. Om de partjes zit nog een membraampje/velletje dat je eraf wilt peuteren. De partjes zijn niet erg decoratief, er zijn ook weinig recepten te vinden met salak, men eet ze meestal gewoon zo uit het vuistje. De harde schil beschermt de salak jammer genoeg niet tegen beurse plekjes, als je die tegenkomt snijd je ze beter weg, eet ze niet op. Je kunt salak een paar dagen in de koelkast bewaren.
Tips, weetjes & recepten
- Recept: Pickled Salak
- Er zijn meerdere variëteiten van de salak, de ene hoger aangeschreven (lees: duurder) dan de ander: salak pondoh, salak bali en de duurste: salak gula pasir. Van die laatste wordt ook wijn gemaakt. In het algemeen kun je zeggen dat hoe witter de partjes hoe zoeter de smaak.